Achter de schermen van het groeten

Begin januari filmden we twee dagen voor het groetjemee-filmpje. Op een aantal plekken in Groningen, Friesland en Drenthe. In de stad en op het platteland. Klopt het wat ze zeggen? Dat stedelingen niet groeten? Dat Groningers, Drenten en Friezen stug zijn?
Wat viel me op? 
– Nou, de eerste open deur, hoe enthousiaster en harder je hoi zegt, hoe meer kans dat mensen je teruggroeten.
– Het doet echt een beetje pijn als je niet teruggegroet wordt.
– Elke teruggroet, geeft je een boost. Je wordt steeds blijer, gaat steeds meer lachen en het wordt steeds makkelijker om een volgende ‘hoi’ eruit te gooien.
Je gaat er ook rechter op van lopen, dat merkte ik bij mezelf, maar ik zag het ook gebeuren bij de andere groeters.
– Ja, in een dorp groeten is makkelijker en gewoner. Maar omdat groeten in de stad spannender is, is het effect groter.
– Een groet levert nooit een negatieve reactie op. Misschien wat verbazing of verwarring, maar in dit mini-experimentje heb ik geen enkele negatieve reactie kunnen vaststellen.
Wat kunnen we concluderen (niet wetenschappelijk onderbouwd)?
– Wees niet verlegen, begroet anderen uitbundig en vrolijk en lach erbij! De kans dat je teruggegroet wordt, wordt zo veel groter.
– Groeten geeft je meer energie en je wordt er vrolijker van.
– Ja, in een dorp is het makkelijker groeten en wordt er over het algemeen teruggegroet. In een stad is dat toch ongewoner (dus misschien juist leuk om daar met zijn allen te gaan groeten!).
 – En stugge Noorderlingen? Welnee! Als je groet, groeten de meesten gewoon terug!
Marian van Voorn

Groeten: vanzelfsprekend, of niet?

Toen Wini me vroeg om mee te doen met groetjemee, in eerste instantie als groeter, zei ik uiteraard heel enthousiast ‘ja’. Want wie is er ‘tegen’ groeten? Ik had me niet gerealiseerd dat dit traject ook een groot reflectiemoment zou zijn…

Hoe vaak groet jij? Doe je het naar alles en iedereen? Overal? Ik niet hoor. Het onderscheid tussen dorp, stad en mijn eigen buurtschapje waar ik woon is snel te maken. In mijn buurtje doe ik dat zeker, ook naar onbekenden.

In de stad doe ik het vaak niet. Veel te druk. Je blijft bezig.

Maar ook in minder drukke gebieden, voel ik soms toch een schroom. En dat is niet omdat ik het niet wil. Maar ik vind het ook spannend. Want terecht wat deze campagne ook zegt, met een groet ‘zie je iemand’. En soms is dat confronterend intiem. Dat je eigenlijk dus roept: joehoe, ik zie jou!

Of, dat iemand mij ziet. Soms wil ik ook onzichtbaar zijn, voelt het spannend om de aandacht zo op te eisen. Want ja, als ik groet, voelt dat soms zo voor mij. Voor mij is groeten niet iets vanzelfsprekends. Meedoen met #groetjemee is dus voor mij ook echt ‘uit mijn comfortzone’,

Deze tijden helemaal, mensen lopen met een mondkapje op, de gezichtsuitdrukking is niet te zien. Je wordt er nog onzichtbaarder door. Dat mondkapje is nog eens een extra barrière.

Ik begin er inmiddels ook de lol van in te zien. Ik merk dat ik opleef van de groeten terug en de reacties. Ik heb ook gemerkt, dat als je geen groet terugkrijgt, het echt een beetje pijn doet.

Dat maakt juist dat ik het misschien wel wat minder erg vind om met schroom te groeten. Het is een pure sociale interactie, en die kosten moeite. Soms heel erg, soms wat minder. Ik wil groeten niet als iets vanzelfsprekend zien, juist om te blijven ervaren wat het met me doet.

Marian van Voorn

De groet-shock

Een aantal jaren geleden mocht ik twee keer een week lang in Ulrum wonen voor mijn werk. Een dorp in Noord-Groningen van nog geen 1300 inwoners. Juist ook om contact te maken met mijn nieuwe dorpsgenoten was groeten de eerste start om soms juist een langer praatje aan te knopen. Na die weken zag ik het groeten als een heel normaal iets. Je deed het naar iedereen, altijd. Soms was ik de groeter, soms werd ik begroet en groette ik terug. Daar dacht ik niet over na.

Na die weken kwam ik op vrijdagavond weer thuis. In Stad. Toen woonde ik ook echt midden in de stad. Net thuis, geen boodschappen, dus met een tas in de hand liep ik van mijn huis naar de supermarkt. En volledig geprogrammeerd op groeten zei ik ‘hoi’ tegen de eerste persoon die ik tegenkwam. Niks.
Huh?
De tweede ‘hoi’!
Er werd opgekeken, maar niet gereageerd.
Eeeh. Ooooh wacht! Ik ben niet meer in een dorp!

Ik wist het heus wel hoor. Dat het anders werkt in de stad. Dat je in de stad eigenlijk alleen bekenden groet. Maar ik was het gewoon even vergeten, na die week in Ulrum, waar het juist zo gewoon was. Met een lichte teleurstelling liep ik naar huis (nadat ik boodschappen had gedaan en héél vriendelijk de caissière had begroet), met heimwee naar de groetende dorpelingen.

Die heimwee is altijd gebleven. In de stad groet ik niet vaak onbekenden (je blijft ook bezig zeg…). Tijdens #groetjemee ga ik het tóch doen als ik in de stad ben! Moi!!