Groeten: vanzelfsprekend, of niet?

Toen Wini me vroeg om mee te doen met groetjemee, in eerste instantie als groeter, zei ik uiteraard heel enthousiast ‘ja’. Want wie is er ‘tegen’ groeten? Ik had me niet gerealiseerd dat dit traject ook een groot reflectiemoment zou zijn…

Hoe vaak groet jij? Doe je het naar alles en iedereen? Overal? Ik niet hoor. Het onderscheid tussen dorp, stad en mijn eigen buurtschapje waar ik woon is snel te maken. In mijn buurtje doe ik dat zeker, ook naar onbekenden.

In de stad doe ik het vaak niet. Veel te druk. Je blijft bezig.

Maar ook in minder drukke gebieden, voel ik soms toch een schroom. En dat is niet omdat ik het niet wil. Maar ik vind het ook spannend. Want terecht wat deze campagne ook zegt, met een groet ‘zie je iemand’. En soms is dat confronterend intiem. Dat je eigenlijk dus roept: joehoe, ik zie jou!

Of, dat iemand mij ziet. Soms wil ik ook onzichtbaar zijn, voelt het spannend om de aandacht zo op te eisen. Want ja, als ik groet, voelt dat soms zo voor mij. Voor mij is groeten niet iets vanzelfsprekends. Meedoen met #groetjemee is dus voor mij ook echt ‘uit mijn comfortzone’,

Deze tijden helemaal, mensen lopen met een mondkapje op, de gezichtsuitdrukking is niet te zien. Je wordt er nog onzichtbaarder door. Dat mondkapje is nog eens een extra barrière.

Ik begin er inmiddels ook de lol van in te zien. Ik merk dat ik opleef van de groeten terug en de reacties. Ik heb ook gemerkt, dat als je geen groet terugkrijgt, het echt een beetje pijn doet.

Dat maakt juist dat ik het misschien wel wat minder erg vind om met schroom te groeten. Het is een pure sociale interactie, en die kosten moeite. Soms heel erg, soms wat minder. Ik wil groeten niet als iets vanzelfsprekend zien, juist om te blijven ervaren wat het met me doet.

Marian van Voorn