De groet-shock

Een aantal jaren geleden mocht ik twee keer een week lang in Ulrum wonen voor mijn werk. Een dorp in Noord-Groningen van nog geen 1300 inwoners. Juist ook om contact te maken met mijn nieuwe dorpsgenoten was groeten de eerste start om soms juist een langer praatje aan te knopen. Na die weken zag ik het groeten als een heel normaal iets. Je deed het naar iedereen, altijd. Soms was ik de groeter, soms werd ik begroet en groette ik terug. Daar dacht ik niet over na.

Na die weken kwam ik op vrijdagavond weer thuis. In Stad. Toen woonde ik ook echt midden in de stad. Net thuis, geen boodschappen, dus met een tas in de hand liep ik van mijn huis naar de supermarkt. En volledig geprogrammeerd op groeten zei ik ‘hoi’ tegen de eerste persoon die ik tegenkwam. Niks.
Huh?
De tweede ‘hoi’!
Er werd opgekeken, maar niet gereageerd.
Eeeh. Ooooh wacht! Ik ben niet meer in een dorp!

Ik wist het heus wel hoor. Dat het anders werkt in de stad. Dat je in de stad eigenlijk alleen bekenden groet. Maar ik was het gewoon even vergeten, na die week in Ulrum, waar het juist zo gewoon was. Met een lichte teleurstelling liep ik naar huis (nadat ik boodschappen had gedaan en héél vriendelijk de caissière had begroet), met heimwee naar de groetende dorpelingen.

Die heimwee is altijd gebleven. In de stad groet ik niet vaak onbekenden (je blijft ook bezig zeg…). Tijdens #groetjemee ga ik het tóch doen als ik in de stad ben! Moi!!